Epée Trémelin Emmanuel Berthier (2)HET KIND VAN BROCÉLIANDE
Lancelot is de zoon van koning Ban van Bénoïc, een koninkrijk dat grenst aan Klein Bretagne. Hij werd ontvoerd door de Vrouwe van het Meer en werd “de zoon van de fee”, de “mooie vondeling”. Hij was zich niet bewust van zijn afkomst en bracht zijn jeugd door in het betoverde domein van het meer, in het bos van Broceliande. Toen hij aan het hof arriveerde, kregen zijn zilveren wapens hem de bijnaam van de witte ridder. Lancelot was een van de laatste Arthurhelden die zich bij de Ronde Tafel aansloot. Met een hachelijk bed, de Brug van het Zwaard, graven vol duivels, tientallen ridders, reuzen, draken en spoken, is hij voorbestemd voor de mooiste gevechten en de zeldzaamste heldendaden. Niemand kan tegen hem op, tenzij hij zijn toevlucht neemt tot magie. Eenzaamheid is de prijs voor zijn buitengewone lot. Zijn enige band is met Galehaut, de zoon van de Schone Reus, de exclusieve vriendschap van uitzonderlijke krijgers.
LANCELOT EN GUINEVERE
Lancelot houdt onvoorwaardelijk en grenzeloos van de koningin, maar hij kan zijn passie niet in het openbaar beleven en is zelden aanwezig aan de Ronde Tafel. Zijn liefde doorstaat alle beproevingen. Guinevere dwingt hem tot de wreedste keuzes: in de kar van de schande rijden of verslagen worden in een toernooi. Morgana hield hem 3 keer gevangen, maar hij gaf niet aan haar toe. Zijn enige ontrouw gebeurde door magie, zodat Galaad geboren kon worden. Dit onbedoelde verraad drijft hem tot waanzin en vlucht het woud in. Lancelots perfecte maar schuldige liefde weerhoudt hem ervan de Graal te vinden. Toch is Lancelot de uitverkoren vader van Galaad, de kuise ridder en gewelddadige krijger die koning van de Graal zal worden.
LANCELOT, DE VOORBEELDIGE RIDDER
De Arthurverhalen zijn het er allemaal over eens dat Lancelot geboren is in Gallië (Frankrijk) of in Klein-Bretagne. Klein Bretagne, waar de Joyeuse Garde staat, zijn enige bezit, was ook zijn toevluchtsoord voor Arthurs woede en de woede van Gauvain, wiens broers hij had gedood. Toch bleef hij de beste supporter van deze koning aan wie hij niets te danken had, zelfs niet het zwaard van zijn ridderschap dat Guinevere hem had gegeven. Tijdens de belegering van de Joyeuse Garde wordt de koning, die zijn neven komt wreken, uiteindelijk overgeleverd aan de genade van Lancelot. Ondanks de aansporingen van zijn metgezellen redt Lancelot zijn leven.
Tekst geschreven door Claudine GLOT, Centre de l’imaginaire Arthurien (CIA)
